Tips

Plaats de zonnepanelen zo mogelijk in een hellingshoek van 36 graden en gericht op het zuiden. Dat levert de hoogste opbrengst op. Andere oriëntaties zijn ook mogelijk, maar leveren minder rendement op.

Kies een dakoppervlak zonder obstakels (zoals een schoorsteen) en zonder schaduw (let ook op nabije bomen of gebouwen!). Zonnepanelen kunnen ook op de gevel worden geplaatst of als zonneluifel, maar ook dan is de opbrengst lager. 

Reken bij een hellend dak op minimaal 1 m2 per zonnepaneel; bij een plat dak is 2,5 m2 per paneel nodig.

  • Plaats de omvormer dicht bij de panelen, dat beperkt opbrengstverliezen.
  • Zorg voor voldoende ventilatieruimte rond de zonnepanelen en de omvormer zodat warmte weg kan. Hogere temperatuur zorgt voor lagere elektriciteitsopbrengst.
  • De draagconstructie van panelen kan geluid van buiten overdragen de woning in. U voorkomt dit door de draagconstructie boven de woningscheidende wanden te laten onderbreken.
  • Sluit een zonnesysteem van maximaal 2,25 ampère aan op een stroomgroep die al in gebruik is (zo’n 600 watt-piek). Omvormers met een hogere stroomsterkte vereisen een eigen groep; laat dat zeker over aan een elektro-installateur.